Wij proberen een zo'n duidelijk mogelijke uitleg te geven, mocht u een woord zoeken en die ontbreekt in ons woordenboek stuur dan een Email naar info@nah-info.nl en wij gaan voor u op zoek.
Acalculie Open
Niet kunnen rekenen. Dit komt onder andere tot uiting in het niet meer kunnen verrichten van financiële zaken en het niet meer kunnen doen van boodschappen.
Acetylcholine Open
Neurotransmitter die de prikkeloverdracht tussen zenuwcellen verzorgt; speelt een rol bij het uit het hoofd leren en leren.
ADL-functies Open
Is de afkorting van algemene dagelijkse levensverrichtingen. Dit zijn de normale activiteiten van het dagelijkse leven; bijvoorbeeld jezelf wassen, aankleden, eten.
Afasie Open
In het algemeen verwijst de term naar taalfunctiestoornissen die een gevolg zijn van een gelokaliseerde hersenbeschadiging. De taalfunctiestoornissen komen meestal naar voren in het uiten en begrijpen van taal. Zo is het mogelijk dat de persoon namen van voorwerpen met elkaar kan verwisselen of niet op de naam kan komen van een voorwerp en bijvoorbeeld “Geef mij dinges eens” zegt. Afasie leidt dus vaak tot communicatiestoornissen.
Agitatie Open
Geagiteerd zijn betekent opgewonden, opvallend bewegen en onrustig zijn. De geagiteerde persoon klopt bijvoorbeeld op tafel, roept en is moeilijk te kalmeren.
Agnosie Open
Dit is een stoornis in het herkennen van objecten, ondanks een adequaat functioneren van de zintuigen en een goede ontvangst van de afzonderlijke gewaarwordingen. Agnosie kan betrekking hebben op alle zintuigen. Bijvoorbeeld visuele Agnosie: men ziet de objecten, maar weet niet wat ze voorstellen. Bijvoorbeeld men ziet een kam, maar weet niet dat dit dient om het haar te kammen. Auditieve Agnosie: men hoort de geluiden, maar kan ze niet herkennen. Bijvoorbeeld men hoort de bel, maar kan dit niet als de voordeurbel herkennen. Tactiele Agnosie: onvermogen om de dingen te herkennen door ze te betasten. Bijvoorbeeld het toilet niet op de tast herkennen.
Agrafie Open
Niet kunnen schrijven, ondanks goede spiercoördinatie en normaal ontwikkeld verstand. Bijvoorbeeld letters die worden weggelaten, het is moeilijk om op een rechte lijn te schrijven, hoofdletters en kleine letters worden door elkaar gebruikt.
Amnesie Open
Geheugenverlies. Er bestaan twee vormen van amnesie:
- anterograde amnesie: men is niet meer in staat om nieuwe gebeurtenissen die men meemaakt na een ongeval of ziekte, vast te houden. Men kan wel nog allerlei gebeurtenissen ophalen die gebeurden voor het ongeval of de ziekte.
- retrograde amnesie: feiten van voor het ongeval of de ziekte kunnen niet meer herinnerd worden. Alleen herinneringen uit het verleden weet men nog. Er kunnen wel nieuwe dingen ingeprent worden .
Amnestisch beeld Open
Niet iedereen die verward is of vergeetachtig kan dement genoemd worden. In dat geval spreekt men eerder over een Amnestisch beeld.
Amygdala Open
Zijn gelegen in de hersenen en hebben de vorm van amandelkernen. Deze kernen zijn vooral betrokken bij het inprenten en herbeleven van emotionele gebeurtenissen. Bijvoorbeeld bij het opnemen van gevoelens omtrent rouw, blijheid spelen de Amygdala een rol.
Anamnese Open
Vragen die gesteld worden om inzicht te verwerven in de (medische) voorgeschiedenis van een patiënt. Bijvoorbeeld vragen omtrent eetlust, slaappatroon, gedragsproblemen.
Apathie Open
De persoon heeft geen of weinig interesse in wat er om hem/haar heen gebeurt. Het lijkt alsof de persoon geen interesse meer heeft in de wereld en de mensen om hem heen, is lusteloos, gelaten. Toont bijvoorbeeld geen interesse in familiegebeurtenissen, of het streeknieuws.
Apraxie Open
Een verworven stoornis in het uitvoeren van complexe, doelgerichte, willekeurige aangeleerde bewegingen van ledematen of spraakorganen. Men kan elke lichaamsspier individueel bewegen met de juiste kracht en snelheid en in de juiste richting, maar is hiertoe niet in staat wanneer deze bewegingen geïntegreerd moeten worden in een complexe bewegingsreeks. Bijvoorbeeld men kan wel tandpasta op de tandenborstel doen, maar vraag je om de tanden te poetsen dan lukt dat niet, omdat men niet weet welke handelingen eerst dienen te gebeuren.
Axon Open
Een uitloper van een zenuwcel die de uitgaande signalen doorstuurt naar een volgende zenuwcel. Van daaruit gaan de signalen verder naar de hersenen of naar spieren of klieren. Een Axon is de zender van een cel.
Beroerte Open
Plotselinge circulatiestoornis in een deel van de hersenen ten gevolgen van, Een bloeding, trombose of embolie. Een beroerte is een cerebrovasculair accident (CVA). Ten gevolge van een beroerte kan iemand bijvoorbeeld verlammingsverschijnselen vertonen.
Bradyfrenie Open
Mentale traagheid, vertraagd denken. Iemand heeft bijvoorbeeld meer tijd nodig om antwoord te geven op een vraag.
C.V.A Open
Cerebro Vasculair Accident.
Accident : het is een plotselinge gebeurtenis
Vasculair : het is een aandoening van de bloedvaten
Cerebro : het is een aandoening in de hersenen
In de spreektaal wordt gesproken van "beroerte".
Bij het C.V.A. Kunnen we twee soorten onderscheiden: een herseninfarct en een hersenbloeding. Een herseninfarct houdt in dat er een bloedvat verstopt is in (de buurt van ) de hersenen. Een hersenbloeding houdt in dat een bloedvat kapot is gegaan. In beide gevallen krijgen de hersenen te weinig bloed waardoor er een hersenbeschadiging ontstaat. Een beschadiging van de linker hersenhelft geeft meestal een verlamming aan de rechter kant en vaak ook stoornissen in het gebruiken van taal (praten, schrijven). Deze mensen zijn na het C.V.A. Vaker voorzichtig en afwachtend. Een beschadiging aan de rechter hersenhelft kan leiden tot een verlamming aan de linkerkant van het lichaam en soms ook tot stoornissen in het waarnemen en in het oplossen van problemen. Dit kan leiden tot onveilig handelen.
Cachexie Open
Uitermate slechte lichamelijke toestand t.g.v. ondervoeding en/of ziekte. Zo kan de persoon bijvoorbeeld zeer mager zijn.
Cardiovasculair Open
Met betrekking tot hart en bloedvaten.
Centrale zenuwstelsel Open
Controleert de functies van het hele lichaam, bevat de hersenen en het ruggenmerg. In het centrale zenuwstelsel komen de prikkels van de zintuigen binnen en worden er verwerkt. Het centrale zenuwstelsel vormt de centrale verwerkings- en beslissingseenheid.
Cerebrovasculair Open
Met betrekking tot de bloedvaten in de hersenen.
Cognitief Open
Dit gaat over het kennen of weten. Onder cognitieve functies wordt verstaan de hogere cerebrale functies vooral geheugen, taal, abstractievermogen, visueel ruimtelijke vaardigheden en constructievermogen.
Confabuleren Open
Het verzinnen van smoesjes; de gaten in het verleden, heden en toekomst proberen te dichten met fantasieverhalen. Bijvoorbeeld als u aan een dementerende persoon vraagt wat hij gisteren gedaan heeft, kan hij zeggen dat hij naar de markt om boodschappen is geweest, terwijl u zeker weet dat hij thuis gebleven is. Zo voorkomt hij toe te moeten geven dat hij het vergeten is.
Constructionele afasieOpen
Iemand is niet meer in staat iets na te tekenen.
CT-scan Open
Computerised transaxial tomography. Met deze techniek wordt, telkens vanuit een andere hoek, tal van röntgenopnamen gemaakt door de hersenen heen. Na computerbewerking ontstaan verschillende dwarsdoorsneden, waarop men diverse hersenstructuren kan onderscheiden. Daardoor is het mogelijk om allerlei abnormaliteiten in beeld te brengen.
Zo kan men op een CT-scan zien of er een aftakeling is van de hersenen.
Decorumverlies Open
Verlies van gevoel voor de gebruikelijke omgangsvormen, verlies van uiterlijke waardigheid; bijvoorbeeld met de handen eten. En er onverzorgd bijlopen.
Decubitus Open
Synoniem van doorligwonde(n). Het is een weefselversterving t.g.v. het gedurende lange tijd op dezelfde zijde te liggen. Vooral magere mensen zijn daarvoor gevoelig (eindstadium dementie). Hierdoor is het nodig de persoon regelmatig op de andere zijde te draaien (wisselhouding). Gezonde voeding is hierbij ook zeer belangrijk!
Degeneratie Open
Aftakeling.
Dendriet Open
Een uitloper van een zenuwcel; ontvangt de boodschappen van andere zenuwcellen. Ze geleiden de binnenkomende prikkel. Ze bevatten een groot aantal vertakkingen en daardoor wordt het oppervlak waarlangs de cel signalen kan ontvangen, sterk uitgebreid.
Desintegratie Open
De persoonlijkheidsstructuur valt uit elkaar. Dit betekent dat de dementerende persoon niet meer weet wie hij zelf is en was.
Deterioratie Open
Achteruitgang. Mentale deterioratie is geestelijke aftakeling.
Dysarthrie Open
De mondspieren kunnen niet zo goed meer gebruikt worden, waardoor woorden slordig worden uitgesproken en minder goed te verstaan zijn.
Egocentrisch Open
Op zichzelf gericht zijn, de eigen persoon als belangrijkste beschouwen bij alle handelingen en overwegingen. Bijvoorbeeld voortdurend over zichzelf praten en geen aandacht hebben voor het verhaal van de omgeving.
Elektro-encefalogram Open
Met deze techniek wordt de elektrische activiteit van de hersenen geregistreerd. Er worden elektroden geplaatst op een aantal plaatsen op de schedelhuid. Elke elektrode registreert de spanningsschommelingen van het daaronder gelegen hersengebied. Deze spanningsschommelingen kunnen beschreven worden aan de hand van twee parameters nl. de intensiteit of de frequenties.
Embolie Open
Een losgekomen bloedstolseltje dat elders in het lichaam een bloedvat afsluit. Dit kan op verschillende plaatsen gebeuren. Een embolie kan leiden tot een beroerte als het in de hersenen komt.
Episodisch geheugen Open
Wordt gebruikt bij het herinneren van persoonlijke gebeurtenissen. Bijvoorbeeld het zich herinneren dat men de laatste keer op reis is geweest naar Spanje.
Expliciet geheugen Open
Maakt gebruik van een bewuste en vrijwillige opzoeking van informatie. Er wordt dikwijls ook gesproken van het declaratief geheugen. Dit geheugen wordt bijvoorbeeld gebruikt bij de vraag om 5 woorden te onthouden.
Fibril Open
Fijne spiervezel die kan samentrekken. Fibrilleren is onregelmatige en ongeordende samentrekking binnen de zenuwcel.
Frontaalkwab Open
Bevindt zich vooraan in de hersenen en staat in voor de persoonlijkheid en het reguleren en organiseren van het gedrag.
Hallucinaties Open
Waarnemingen van zaken die er in werkelijkheid niet zijn, maar die als volkomen reëel worden ervaren.
Hersenbiopten Open
Het voor onderzoek verwijderde weefsel uit de hersenen.
Hersenbloeding Open
Er treedt een plotse breuk op in een bloedvat in de hersenen, meestal een slagader. De oorzaak is meestal slagaderverkalking. Er is aantasting van de vaatwand, waardoor deze niet meer bestand is tegen een plotse bloeddrukverhoging.
Heteroanamnese Open
Vraaggesprek met iemand uit de naaste omgeving van de patiënt, bijvoorbeeld met de partner of één van de kinderen van de patiënt over bijvoorbeeld de vergeetachtigheid van de patiënt.
Hippocampus Open
Onderdeel van de hersenen dat essentieel is bij het opslaan van nieuwe informatie.
Hypertonie Open
Verhoogde spierspanning.
Hypokinesie Open
Bewegingsarmoede. Minder bewegingen maken, bijvoorbeeld minder met het hoofd bewegen of met de armen bij het stappen.
IADL-functies Open
Instrumentele algemene dagelijkse levensverrichtingen; bijvoorbeeld boodschappen doen, financiële verrichtingen, telefoneren, schrijven, Deze verrichtingen zijn complexer dan de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL)zoals bijvoorbeeld zich aankleden.
Ideationele apraxie Open
Men weet niet meer in welke volgorde verschillende deelhandelingen uitgevoerd moeten worden; bijvoorbeeld men weet niet hoe men een brief moet vouwen en in een envelop moet steken om deze te versturen.
Impliciet geheugen Open
Dit geheugensysteem werkt automatisch en zonder dat men zich bewust is van vroeger opgeslagen en verwerkte informatie. Daarin zijn heel wat ervaringen opgeslagen die op een meer rechtstreekse wijze inwerken op het latere gedrag, zonder dat we ze ons nog kunnen of hoeven te herinneren. Bijvoorbeeld als u een tekst luidop moet lezen, zonder dat u weet dat u daarna een korte inhoud daarvan moet geven, dan wordt een beroep gedaan op het impliciet geheugen.
Incontinentie Open
Niet in staat urine of ontlasting op te houden.
Inertie Open
Traagheid, inactiviteit.
Instrumentele functies Open
Hogere cognitieve functies die beroep doen op een aantal hersengebieden tegelijk; deze vaardigheden hebben we tijdens ons leven geleerd, maar voeren we nu automatisch uit; bijvoorbeeld nadenken.
Korte termijn geheugen Open
Het korte termijn geheugen is het onmiddellijke of primaire geheugen. Dit systeem is een soort opslagruimte, waar de informatie noodzakelijk doorheen moet vooraleer ze kan worden opgenomen in het lange termijn-geheugen. Het wordt het werkgeheugen genoemd omdat het mogelijk is inhouden op elkaar te betrekken en in verband te brengen met al eerder opgeslagen geheugeninhouden.
Lange termijngeheugen (LTG) Open
Langetermijn-geheugen of permanent of secundair geheugen. Dit systeem bevat de vroegere ervaringen, die langdurig in ons geheugen zijn opgeslagen. Bijvoorbeeld herinneringen uit de kindertijd maken deel uit van het LTG.
MRI-scan Open
Magnetic Resonance Imaging. Bij deze techniek baseert men zich op de natuurlijke waterstofatomen die in de weefsels aanwezig zijn. Men brengt de persoon in een magnetisch veld (= tunnel) en laat radiogolven inwerken op de waterstofatomen. Deze radiogolven sturen signalen uit en worden later terug opgevangen en verwerkt door de computer. Het resultaat is een haarscherp beeld van de één of andere doorsnede van de hersenen.
NAH Open
niet aangeboren hersenletsel. Letsel kan ontstaan door, ongeval, hersentumor, zuurstofgebrek,
Neurofibrillair Open
M.b.t. microscopische vezelstructuren binnen zenuwcellen en hun uitlopers.
Neuroleptica Open
Stoffen die zowel kalmerend werken als angstgevoelens wegnemen. Neuroleptica zijn geneesmiddelen die werken op het zenuwstelsel. Het wordt gebruikt bij psychosen en andere ziektebeelden waarbij hallucinaties en onrust bestaan.
Neurologie Open
Kennis van de normale bouw en werking van de hersenen (structuur en functie) alsook van de afwijking en behandelingsmogelijkheden. Het neurologisch onderzoek kan volgende onderzoeken inhouden: oogbewegingen worden nagegaan, alsook het lopen, het bewustzijn, onwillekeurige bewegingen, reflexen.
Neuroloog Open
Specialist in de neurologie.
Neuron Open
Zenuwcel. Dit zijn de belangrijkste cellen in het zenuwstelsel. Zij zijn verantwoordelijk voor de eigenlijke taak van het zenuwstelsel: opvangen, doorgeven en uitsturen, en het ordenen, integreren en vasthouden van informatie. Het axon en de dendriet maken deel uit van het neuron.
Neurotransmitter Open
Stof die in staat is impulsen over te brengen tussen zenuwcellen onderling, of van een zenuwcel naar een andere structuur. Deze stof wordt door de zenuwcellen geproduceerd en afgescheiden. Een voorbeeld van een neurotransmitter is acetylcholine.
Occipitaalkwab Open
Bevindt zich achteraan in de hersenen en staat in voor de verwerking van de prikkels die binnen komen via de gezichtszenuwen.
Paranoïa Open
Geestesziekte waarbij waandenkbeelden kenmerkend zijn voor de aandoening en veelal het ziektebeeld beheersen. Bijvoorbeeld de persoon denkt achtervolgd te worden door iemand, terwijl dit in werkelijkheid niet zo is.
Pariëtaalkwab Open
Bevindt zich bovenaan in de hersenen tussen de voorste en achterste kwab en staat in voor de oriëntatie in ruimte en het voelen.
Passiviteit. Open
De persoon neemt geen of weinig initiatieven.
Perifeer zenuwstelsel Open
Omvat de talloze zenuwen die het centrale zenuwstelsel in verbinding stellen met de diverse organen van het lichaam. Dit is het deel van het zenuwstelsel dat zich buiten de hersenen en het ruggenmerg bevindt. De zenuwen die tot dit stelsel behoren geleiden prikkels van de zintuigen naar het centraal zenuwstelsel en prikkels van het centraal zenuwstelsel naar de motorische organen (spieren en klieren).
PET-scan Open
Photon Emissie Tomografie.Deze techniek wordt meer voor experimentele doeleinden gebruikt. Er wordt een radioactief gemerkt suiker ingespoten in de bloedbaan van een proefpersoon. Deze persoon moet dan een bepaalde taak uitvoeren, terwijl hij onder de scanner gebracht wordt. Het apparaat is in staat om te detecteren in welke gebieden de meeste suiker verbruikt wordt. Met deze techniek kan men dus vaststellen welke hersengebieden betrokken zijn bij bepaalde activiteiten.
Plaques Open
Ophopingen van amyloïd, een bepaald eiwit; ze spelen een essentiële rol bij de afsterving van zenuwcellen in de hersenen.
Prion Open
Prionen zijn bekend als eiwitten die twee of meer vormen kunnen aannemen. Er zijn vormen met een "gezonde" functie in het lichaam, maar er bestaan ook één of meer ziekmakende vormen. De ziekmakende vorm kan toevallig of door een genetische afwijking ontstaan. Bovendien is de ziekmakende vorm infectieus doordat het een gezonde vorm omzet in een ziekmakende vorm.
In principe zouden alle tienduizenden eiwitten die in een levend wezen voorkomen als prion kunnen werken. Er is echter pas één eiwit ontdekt dat van vorm verandert en ziekte veroorzaakt. Prusiner vond dat eiwit en noemde het prion proteïne, ofwel PrP. De gezonde vorm die in veel organen maar vooral in hersenweefsel voorkomt, wordt aangeduid met cellulair PrP (PrP), de ziekmakende vormen met PrP (sc van scrapie, de al honderden jaren bekende prionziekte in schapen).
Realiteitsoriënterende houding Open
Houding waarbij structuur aanbieden, herkenning, veiligheid bieden, centraal staat (bijvoorbeeld het werken met kalenders).
Reminiscentie Open
De activiteit of de gewoonte om na te denken of te willen vertellen over ervaringen in het verleden, vooral over die ervaringen die in persoonlijk opzicht zeer belangrijk worden gevonden. Reminiscentie is een methodiek, geen therapie.
Repeteerbewegingen Open
Bewegingen die voortdurend herhaald worden. Bijvoorbeeld voortdurend heen en weer wiegen.
Semantisch geheugen Open
Onze algemene kennis over de wereld. Bijvoorbeeld in dit geheugen is opgeslagen: wat een tafel is, wat er onder eten wordt verstaan.
Snoezelen Open
Communicatie door zintuiglijke en lichamelijke ervaringen.
Bijvoorbeeld de dementerende persoon tot rust brengen door te werken met ontspannende muziek, aroma”s, lichteffecten, kussens.
SPECT-scan Open
Single Photon Emissie Computed Tomografie. Bij deze methode wordt bij de patiënt een radioactieve stof ingespoten, die zich tijdelijk in de hersenen hecht. Er worden dan verschillende doorsneden van de hersenen gereconstrueerd. Zo kan bijvoorbeeld de bloeddoorstroming worden weergegeven.
Subarachnoïdale ruimte Open
De hersenen bedekt door een drietal vliezen: de hersenvliezen (meninges). Het buitenste vlies, de dura genaamd, is een stevig, hard membraan, dat bestaat uit stevig bindweefsel. Het vlies ligt direct tegen de schedel aan, ziet eruit als botvlies en dient om hersenen en ruggenmerg te beschermen. Onder het buitenste vlies ligt een dun membraan, het spinnenwebvlies of arachnoidea, van de dura gescheiden door een smalle subdurale ruimte. Door bindweefseldraadjes naar het binnenste vlies toe vormt dit vlies de subarachnoïdale ruimte. In deze ruimte circuleert de cerebrospinale vloeistof, die weer in de bloedstroom wordt opgenomen door het spinnenwebvlies.
Subcorticaal Open
Subcorticale dementie wordt gekenmerkt door traagheid en vergeetachtigheid; zonder afasie, agnosie en apraxie.
Synaps Open
Plaats waar de prikkeloverdracht plaatsvindt tussen uitlopers van twee zenuwcellen of tussen uitlopers van een zenuwcel en spier of klier.
Syndroom Open
Het gaat om een aantal met elkaar samenhangende verschijnselen die zich tegelijk voordoen. Om van een syndroom te spreken moeten bepaalde symptomen samen voorkomen. Bijvoorbeeld om van een dementiesyndroom te spreken moet er o.a. sprake zijn van het symptoom geheugenstoornis.
Tangles Open
Bij de ziekte van Alzheimer worden tangles aangetroffen. Dit zijn kommavormige structuren die bestaan uit een slecht oplosbare kluwen eiwitten, die in het cellichaam van het neuron voorkomen.
Temporaalkwab Open
Bevindt zich ter hoogte van de slapen en staat in voor het horen, herkennen van voorwerpen en het langetermijngeheugen.
Terminaal stadium Open
et betrekking tot het levenseinde. Iemand in de laatste levensfase bij wie geen beterschap meer mogelijk is.
Transmurale zorg Open
Het openstellen van diensten van ziekenhuizen, revalidatiediensten en rustoorden voor de thuiszorgers. Voorbeelden van zo'n transmurale zorg vindt men terug in dagverzorgingscentra en diensten van kortverblijf in de rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen.
Tremor Open
Beving, trilling, siddering.
Trombose Open
Er vormt zich een bloedstolsel op de wand van een bloedvat. Aanvankelijk leidt dit tot een geleidelijke vermindering van de doorbloeding. Dit kan plots leiden tot een volledige verstopping.
Validation Open
Invoelend benoemen van emoties, ermee werken.
Visualiseren Open
Zichtbaar maken; een geheugenstrategie waarbij beelddenken wordt toegepast: een beeld vormen van iets, zodat het beter kan onthouden worden.
Werkgeheugen Open
Korte termijn geheugen, onmiddellijk of primair geheugen. Dit systeem is een soort opslagruimte, waar de informatie noodzakelijk doorheen moet vooraleer ze kan worden opgenomen in het langetermijn-geheugen. Het wordt het werkgeheugen genoemd omdat het mogelijk is inhouden op elkaar te betrekken en in verband te brengen met reeds eerder opgeslagen geheugeninhouden.
Zintuiglijk geheugen Open
Dit geheugensysteem maakt nog deel uit van het waarnemingsproces. De informatie die vanuit de zintuigen wordt binnengevoerd, blijft gedurende een hele korte tijd in dit systeem aanwezig.